Ludovicus Franciscus Henricus De Ridder (Luis)
Luis De Ridder werd geboren te Antwerpen op 21 Juni 1881.
Geboorteakte van Luis De Ridder. Zoon van Franciscus Henricus De Ridder en Petronella Josepphina Soetewey
Franciscus Henricus Soetewey Petronella Josephina Soetewey
Luis groeide op in een warm nest, dat blijkt uit de vele brieven die zijn vader schreef, toen hij ouder was en het land verlaten had.
Na zijn humaniora studeerde hij aan het Sint Ignatius instituut in Antwerpen (Korte Nieuwstraat, 33)
Het is een Beroeps- en handelsschool opgetrokken door de jezuïeten op terreinen aansluitend bij de Sint-Carolus Borromeuskerk. De "Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen" (UFSIA) zijn nu onderdeel van de Universiteit Antwerpen.
Ze woonden in een 'herenhuis' ("de maitre"), zoals oncle Gérard zei, aan de rue Lozanne 90, gebouwd op een smal perceel, net als de andere in het blok, met een grote ronde spiegel naast de voordeur, alsof het een enorme achteruitkijkspiegel van een auto was, om vanuit de woonkamer, op de eerste verdieping, te kunnen zien wie er op straat langsliep... Het had een tuin aan de achterkant, met een soort kunstmatige cementen grot, en daar bewaarden ze als aandenken een obus uit de Oorlog van '14, die was gevallen en niet ontploft.
Joseph, de oudste broer van Louis met zijn dochter Josepha voor de grot, achteraan in de tuin van het ouderlijk huis in de Lange Lozannastraat.
In April 1905, na zijn studie, maakte hij een reis naar Duitsland. Hij bezocht nonkel Gust in Frankfurt (August De Ridder). Daarna vervolgde hij zijn reis naar Wenen en Roemenië. Een foto met een goede vriend en zijn familie, herinnert aan "les beaux jours" (de mooie dagen) doorgebracht in Braila, een stad in Roemenië aan de Donau
Louis in Roemenie
Hij stuurde dit kaartje vanuit Heidelberg naar zijn ouders op 14 april 1905.
Maud De Ridder, een dochter van Luis vertelde een anekdote van haar vader in Wenen. Die parel die hij op zijn das droeg was van pasta en haar papa lachte schaterend bij de herinnering dat hij bij het verlaten van de mis in Wenen, met zijn uiterlijk een vrouw probeerde te 'veroveren', en zij, heel brutaal, in de parel beet die in duizend stukken brak, en zo eindigde het verhaal...
Na zijn Europese reis, ging Louis werken voor een Antwerpse import-Export graanhandel
Na enkele jaren werd hij naar Buenos Aires gstuurd om een filiaal van de firma op te richten.
Hij vertrok in janari 1907. Op 8 januari 1907 gaf hij een afscheidsdiner voor zijn vrienden. Hij was toen 25 jaar.
Het eerste wat Louis deed toen hij in Buenos Aires aankwam, was een lerares Spaans nemen, (die hem perfect en zonder accent leerde spreken), een abonnement nemen op een logeplaats in het Teatro Colón en zich inschrijven bij de Yacht Club, omdat hij zijn zeiltochtjes op de Schelde miste, die hij in gezelschap van zijn zwager Moreels maakte.
Pas geïnstalleerd , de taal en de zo verschillende gewoonten lerend, moest hij terug naar Antwerpen vanwege de dood van zijn vader in 1909. Hij keerde onmiddellijk terug naar Buenos Aires.
Zoals vroeger de gewoonte was werd er een foto gestuurd met Nieuwjaarswensen. Hieronder de wensen aan zijn vriend Smits voor 1910, met de 28-jarige Louis.
In de volgende jaren stopte hij met het vertegenwoordigen van het Belgische bedrijf en associeerde hij zich met Hardy en Muhlenkamp, en dankzij de genegenheid die de broers Luis en Henri voor elkaar hadden, kunnen we, toen Henri hem zijn foto stuurde, het adres van het kantoor van papa en zijn partners in 1913 weten.
Henri De Ridder, jongere broer van Louis
Louis wandelt met een vriend over de boulevard van Mar del Plata in 1917.
LOUIS leert zijn vrouw YVONNE kennen. Het relaas zoals verteld door zijn dochter Maud :
Tijdens het Carnaval van 1916 besloot papa naar het bal van het Tigre Hotel te gaan, dat hem bekend was vanwege zijn zeiltochten door de Delta elke zondag (op zaterdag werd er gewerkt), en daar ontmoette hij mama op de meest ongebruikelijke manier. Mama bracht haar zomers en ook de zondagen door in de buitenplaats van haar vader Henri Perrier over de rivier Carapachay in de Tigre, die Ysulú heette, een acroniem van de drie zussen Louise, Susana en Yvonne.
Die dag had mama geen zin om naar het bal te gaan of haar kostuum voor te bereiden, dus moesten de oudere zussen haar overtuigen en gingen ze allemaal verkleed naar Wilmart, een Belgische heer die een vriend van de familie was.
Deze enthousiaste heer hielp zijn dochters en de vriendinnen Perrier te verkleden, en hij improviseerde voor mama een rok met een Belgische vlag. Zo vertrok mama naar het bal.
Papa zag een charmante jonge vrouw met dromerige ogen en een Belgische rok, hij kwam nieuwsgierig dichterbij en vroeg hoopvol: "Vous êtes belge, mademoiselle?" (Bent u Belgisch, juffrouw?). Zo leerden ze elkaar kennen. De tweede keer dat ze elkaar zagen was op een bal van de Engelse kolonie in het Plaza Hotel. Papa begon zijn bezoeken op zondag in de Tigre en ondanks de koppige tegenstand van mijn grootvader en het moeten doorstaan van allerlei affronten (zoals toen hij op een dag van overstroming van het plankje gleed en in het water viel, hij de hele zondag in de badkamer opgesloten moest zitten totdat zijn kleren droog waren), verloofden ze zich aan het einde van dat jaar en trouwden ze op 9 augustus 1917.
Tigre hotel ca 1900
Trouwkleed Yvonne Perrier
Kunstmuseum Sede Casa Fernández Blanco Buenos Aires
Louis had drie huizen en twee motorboten in Buenos Aires: het eerste huis in de Calle Charcas. Daar werd Alberto geboren en ze verkochten het omdat Ivonne de trap te steil en gevaarlijk vond. Vandaar verhuisden ze naar de Calle O'Higgins 1950, in Belgrano. In dat huis werden Sussy, Marcelo en Maud geboren, en omdat het al snel te klein werd, kocht hij eind 1924 van mevrouw Etelvina Obligado de Schoo het huis aan de Avenida Alvear.
Huis aan de Avenida Alvear
Huis aan de Avenida Alvear in Buenos Aires
In 1927 werd het huis vergroot.
De binneninrichting werd getekend door heringericht door Gerard De Ridder, ook een broer van Louis en architekt. Nonkel Gérard liet alle Art Deco-meubels, het houtsnijwerk en prachtige replica's van het Rubenshuis in Antwerpen maken, evenals de schoorstenen en vele prachtige schilderijen. Dit alles werd meegebracht door een broer van tante Lucie (Charles Wijnen) die scheepskapitein was. Van het hout van de kratten maakten ze een poppenhuis voor me dat nu in Córdoba staat.
Het huis aan de Alvear was in 1886 gebouwd door Don Pastor Obligado, de historicus en schrijver van de Argentijnse Tradities. Het was in Venetiaanse stijl uit de 14e eeuw; zijn neef Rafael bouwde ook een in die stijl in San Pedro en een andere in Lomas de Zamora.
Voordat ze er konden wonen, moesten er veel reparaties worden uitgevoerd en moest de tuin worden ontworpen door landschapsarchitect Carrasco. Ze verhuisden eind 1927 of begin '28, en in dat huis werden Luis, Pancho, Chouquette, Astrid geboren, behalve Yvonette die in Mar del Plata werd geboren.
Het huis aan de Avda. Alvear 1531 werd met enkele extra aanpassingen onderhouden tot 1938, toen het verdubbeld werd in omvang.
Buitenverblijf in San Esteban
In het jaar waarin hij de Av. Alvear kocht, werd Louis onafhankelijk en richtte hij zijn eigen graanhuis op, Luis De Ridder Ltda, met een kantoor aan de Calle 25 de Mayo 489, derde verdieping. Het gebouw is er nog steeds.
In het jaar waarin hij de Av. Alvear kocht, werd Louis onafhankelijk en richtte hij zijn eigen graanhuis op, Luis De Ridder Ltda, met een kantoor aan de Calle 25 de Mayo 489, derde verdieping. Het gebouw is er nog steeds.
Brief van Gerard De Ridder en zijn vrouw Lia aan zijn broer Louis in 1945.
Hieronder de vertaling van de brief naar het Nederlands.
De brief is geschreven vlak na het einde van de oorlog..
Antwerpen, 26-4-45.
Beste Yvonne en Louis,
De luchtdienst is weer hersteld – ik haast me (aangezien Gérard er absoluut op staat dat ik het ben die jullie schrijft) om er onmiddellijk gebruik van te maken om jullie nieuws over ons te geven.
Eindelijk zijn we er vanaf – het is echter heet geweest want de laatste uitvinding van de moffen, de vliegende bommen of V1 en 2, hebben veel slachtoffers en enorme schade gemaakt en ons verplicht in de kelders te leven. De bevrijding van Antwerpen gebeurde in september als bij toverslag. Helaas bevonden Henri, Josepha, Marguerite en wijzelf ons ten noorden van het Albertkanaal en moesten we zo nog 5 weken lang alle gevaren van de strijd tussen de 2 legers doorstaan. Gelukkig is, afgezien van de schade aan de eigendommen, alles goed verlopen en waren we blij elkaar allemaal gezond en wel terug te zien. Tot de dag (13/10/44) waarop de 1e vliegende bom viel op 100m van bij Henri. Dat heeft geduurd tot 27/3/45 en we kunnen zeggen dat iedereen zijn deel heeft gehad – Gérard is zelfs gewond geraakt door glasscherven, toen er rond 14 uur een bom viel in de Lozanastraat op 50 m van bij ons. Het huis is zwaar toegetakeld maar dat is niet van belang. We zijn nog in leven en dat is het essentiële.
Sinds zijn operatie maakt Gérard het uitstekend. Jullie zouden moeite hebben hem te herkennen. Hij had het plan opgevat om onze huwelijksreis naar Buenos Aires te maken. Wat denken jullie daarvan? Helaas laten de huidige omstandigheden het nog niet toe.
Bob is ons meermaals komen bezoeken en hij heeft ons goed nieuws over jullie gegeven dat hij regelmatig ontving via M. Ackx – het is ook via hetzelfde kanaal dat jullie ingelicht werden over wat er in Antwerpen gebeurde. Bob is instructeur in het leger, op dit moment is hij in Belgisch Limburg, ver van alle gevaar. Albert en Riri kunnen verwachten een van deze dagen onder de wapenen geroepen te worden. Dat zal een harde klap zijn voor Henri, want Albert is als zijn rechterhand voor de leiding van de fabriek en sinds het ongeval (dijbeenbreuk) en met alle ellende van de reorganisatie, betekent dit dat hij de hulp van Albert niet zou kunnen missen. Laten we hopen dat hij vrijstelling krijgt.
Gérard hoopt dat al zijn brieven en kaarten jullie bereikt hebben en dat jullie zo op de hoogte zijn van alles wat er sinds 1940 gebeurd is. Wij hopen dat in Buenos Aires alles goed gaat en dat Yvonne, Louis en de hele familie hersteld zijn van hun ziektes en ongeval en dat de kleinen allemaal in goede gezondheid zijn.
[Onderaan toegevoegd in een ander handschrift, waarschijnlijk door Gérard]: Het is gemakkelijk als men een secretaresse als Lia heeft die graag schrijft. Jullie moeten niet verbaasd zijn nu een wekelijkse brief uit Antwerpen te ontvangen.
Hartelijke groeten, Gérard. Lia.